Dansmix klassiek/modern 8-10jr

Warming-up en spieroefeningen

De les begint met een warming-up. Dat is om je spieren op te warmen, zodat je geen pijn krijgt tijdens het dansen. Daarna doe je oefeningen om je spieren sterker en soepeler te maken. Dat helpt om beter te kunnen dansen.

Choreografie en dansbewegingen

Na de warming-up gaan we echt dansen. We bewegen door de ruimte en leren een dansje, dat heet een choreografie. Soms doen we klassieke balletbewegingen, en soms moderne danspasjes. Wat we precies doen, hangt af van het thema van de les en wat de groep nodig heeft.

Vaganova-methode voor klassiek ballet

Voor klassiek ballet gebruiken we de Vaganova-methode. Die is bedacht door een vrouw die Agrippina Vaganova heette. Met deze methode leer je netjes, precies en sierlijk dansen. Het is een bekende manier om goed ballet te leren, en wordt in veel landen gebruikt.

Creativiteit en improvisatie

In de les is er ook veel tijd om zelf iets te verzinnen. Je mag je eigen manier van dansen laten zien en zelf bewegen zoals jij het voelt. Zo kun je jouw ideeën en gevoelens in de dans stoppen.

Sociale interactie

Tijdens de lessen werk je vaak samen met anderen. Je doet opdrachten in groepjes en deelt je danservaringen met elkaar. Zo leer je beter samenwerken, en kun je nieuwe vrienden maken in de groep.

Dansplezier en zelfontplooiing

Het belangrijkste in de les is dat je plezier hebt in het dansen. Terwijl je leuke dingen doet, leer je ook echt beter dansen. Misschien oefen je een mooie draai, of probeer je iets nieuws uit met moderne bewegingen. Het gaat erom dat je steeds meer durft en groeit als danser.